Sterk water

Wat gaat de tijd toch snel. U zult het ook vast wel eens verzuchten. Vroeger, toen ik nog op school zat, had ik een heel ander begrip van tijd. De zes weken durende schoolvakantie leek een eeuwigheid. Nu vliegen de dagen en de weken voorbij. Een vaak overvolle agenda helpt daar natuurlijk ook een beetje bij. Maar schrijven over royalty brengt met zich mee dat je voortdurend met jubilea, vieringen en andere bijzondere momenten wordt geconfronteerd, waardoor je vanzelf gaat stil staan bij het feit dat de tijd snel voorbijgaat. In februari is het bijvoorbeeld alweer tien jaar geleden dat Willem-Alexander en Máxima trouwden. En deze week wordt hun oudste dochter Amalia acht jaar.

Het voelt als gisteren dat we prins Willem-Alexander trots en ontroerd met zijn pasgeboren eerste dochter op de arm zagen. De mollige baby van toen is inmiddels een zelfverzekerde jongedame die, zo hoorden we op tv, prachtig sinterklaasliedjes kan zingen. Nog acht erbij, en ze is een opgroeiende puber die waarschijnlijk aan haar eerste verliefdheid toe is. Ik realiseer me nu ook dat ik tegen die tijd net mijn vijftigste verjaardag zal hebben gevierd… Vijftig klonk vroeger stokoud, maar bij het naderen van die leeftijd ga ik daar natuurlijk anders over denken. Gelukkig laten de generaties van nu zien dat leeftijd eigenlijk niet zoveel meer zegt. Kijk bijvoorbeeld naar onze koningin, die in januari 74 jaar wordt, maar nog altijd bruist van de energie. Of koningin Elizabeth, die weliswaar het uiterlijk van een chique grootmoeder heeft, maar in oktober samen met haar negentig(!)jarige echtgenoot nog doodleuk een elfdaags bezoek aan Australië aflegde. Ze lijkt net zo sterk als haar moeder, die ook Elizabeth heette en uiteindelijk 101 jaar en acht maanden oud werd. Die Engelse koningin-moeder vertelde ooit dat ze geloofde dat elke dag een paar fikse borrels haar zo vitaal hadden gemaakt. De Queen Mum, zoals de Engelsen haar vaak noemden, zwoer bij gin en tonic. En dan ook in die volgorde: veel gin met een beetje tonic. ’Het heet tenslotte gin-tonic en niet tonic-gin’, zou ze er dan steeds bij hebben gezegd. Haar adjudanten kregen op hun eerste dag al meteen te horen hoeveel gin en hoe weinig tonic ze moesten gebruiken. ’De fles gin was vaak eerder leeg dan de fles tonic’, schreef Major Colin Burgess ooit in het boek dat hij schreef over zijn jaren als adjudant bij de koningin-moeder. Haar dochter lijkt het geheim van haar moeder over te hebben genomen. Haar dagelijkse borrels zijn ook voor haar een levenselixer, zo lijkt het. De Queen drinkt ook gin, maar dan gemixt met Dubonnet, een kruidig en zoet aperitief. De lakeien van Windsor Castle weten precies hoe Hare Majesteit haar drankje wil: dertig procent gin, 70 procent Dubonnet, een schijfje citroen zonder pitjes en twee blokjes ijs. Een cocktail met de kracht van Molotov, die dan ook nog eens geserveerd wordt vóór de lunch. De Queen staat bij leven al op sterk water…