Gouden Koets

Koningin Wilhelmina wilde helemaal geen Gouden Koets als cadeau

Toen koningin Wilhelmina in 1898 werd ingehuldigd, was ze heel duidelijk in haar wensen. De 18-jarige vorstin wenste geen geschenken en zéker geen pronkende gouden koets. Toch trok het ook toen al eigenzinnige Amsterdam zich daar niks van aan. Er werd geld ingezameld voor een ‘volksgeschenk’ en de beste vaklieden, waaronder de gebroeders Spijker, werden geronseld om een passend huldeblijk te maken voor Wilhelmina: een sprookjeskoets.

Wilhelmina nam het cadeau enkele dagen na haar inhuldiging in ontvangst, door een kijkje te nemen in het Paleis van Volksvlijt waar de koets stond opgesteld. Daarna zou het nog drie jaar duren voordat Wilhelmina de Gouden Koets daadwerkelijk in gebruik nam, bij haar huwelijk met Hendrik van Mecklenburg-Schwerin. Dat was voor het volk niet voldoende. Er werd druk uitgeoefend om het rijtuig ook op Prinsjesdag te gebruiken, wat in 1903 voor het eerst gebeurde.

Lees hier alles over de restauratie van de Gouden Koets.

Voorkeur voor Glazen Koets

Koningin Wilhelmina bleef de voorkeur geven aan – de veel oudere en in haar ogen waardiger – Glazen Koets uit 1826, maar uiteindelijk moest ze toegeven aan de wens van de bevolking. Na 1923 had de Gouden Koets definitief het rijk alleen, al kon Wilhelmina haar vreugde niet onderdrukken toen ze meteen na de Tweede Wereldoorlog in 1945 en 1946 met een auto naar de Ridderzaal kon rijden. Ze stelde overigens nuchter vast dat haar gevoelens maar door weinigen werden gedeeld.

LEES OOK:

De trouwjurk van prinses Beatrice wordt tentoongesteld

Meer lezen over royals? Bestel snel uw digitale versie van Royalty.

Beeld: archief. Bron: ANP.