Placeholder

Kritiek op bouwhulp stichting prins Charles

Mensenrechtenorganisaties hebben kritiek op prins Charles. Zijn stichting, die zich onder meer bezighoudt met het bouwen van duurzame woningen en het opleiden van bouwkundigen en architecten, is een overeenkomst aangegaan met de regering van oliestaat Bahrein. Het Britse ministerie van Buitenlandse Zaken vindt dat een goede zaak, maar Human Rights Watch en de oppositie in Bahrein zijn er minder blij mee.
Charles heeft uitgesproken ideeën over architectuur en wonen. Menig architect is door de prins publiekelijk gegeseld omdat bouwplannen niet in de smaak vielen bij de troonopvolger. Die houdt van klassiek en niet van stalen of betonnen kolossen. Charles liet in Poundbury zelfs een modeldorp bouwen, en sprak zich lovend uit over de wijk Brandevoort in Helmond, waar ook nieuwe huizen in oude stijl zijn gebouwd.
Charles is ook een doener en dus heeft hij een stichting, The Prince’s Foundation for Building Community, die als het ware de bouwstenen aandraagt voor Charles’ ideale manier van bouwen. Gemeenschapszin, duurzaamheid en behoud van vakmanschap spelen daarbij een belangrijke rol. De stichting is niet alleen in eigen land actief, maar ook ver daar buiten tot aan de Galapagos-eilanden aan toe. Bahrein is nu ook aan de lijst toegevoegd.
Het gaat daar om een project van zo’n 4000 woningen die met assistentie van de stichting gebouwd zullen worden om lokale bouwondernemers en de overheid te leren hoe ze kwalitatief goede huizen en wijken kunnen bouwen. Volgens het Britse ministerie van Buitenlandse Zaken helpt dat op termijn ook de politieke problemen in Bahrein oplossen. De oppositie ziet dat anders en vindt dat Charles door zijn steun medeplichtig wordt aan de schendingen van de mensenrechten door de regering en de koninklijke familie van het Golf-koninkrijk.