Koningin naar Apeldoorns Oranjefeest

Apeldoorn vierde gisteren op Paleis Het Loo het 130-jarig bestaan van haar oranjevereniging, Oranjefeesten Apeldoorn. Op diezelfde plek was 130 jaar eerder het eerste wapenfeit: de viering van de eerste verjaardag van prinses Wilhelmina. Koning Willem III nodigde het hele dorp daarvoor uit en de vereniging nam de verdere invulling én het organiseren van een speciaal huldeblijk op zich. Op de 130ste verjaardag van de organisatie houdt de Apeldoornse schooljeugd een aubade en défilé op het rood-wit-blauw en oranje versierde bassecour van het paleis, precies zoals dat ook in de jaren van de Prinsessedagen op Het Loo werd gedaan op deze dag. Enig verschil: nu zijn er geen Oranjes bij betrokken.

Zelfs prinses Margriet, die op een steenworp afstand woont, komt daar niet voor naar het paleis. Koningin Beatrix komt pas in de middag naar het paleis om een jubileumboek in ontvangst te nemen en naar bijbehorende speeches te luisteren, zoals die van Sybrand van Haersma Buma. Zijn betovergrootvader was de grondlegger van wat later de Stichting Oranjefeesten Apeldoorn is geworden. En Paul Rem, conservator van het paleis, heeft voor de koningin gezorgd voor een kleine verrassing, al is het in wezen een sigaar uit eigen doos. Een aantal geschenken en memorabilia die bewaard zijn gebleven in Beatrix eigen Koninklijk Huis Archief zijn door Rem voor de gelegenheid tentoongesteld in de Rookzaal van het paleis. Onder deze voorwerpen een oranje feestmuts met een W. ‘Met een ander monogram zou het zo weer te gebruiken zijn,’ zegt Rem, om de muts vervolgens om te draaien en eraan toe te voegen, ‘of als patatzak.’ De koningin kan er wel om lachen. Ze vindt het bijzonder dat deze voorwerpen, zoals een zilveren troffel die haar moeder bij een eerste-steenlegging gebruikte, nog altijd bewaard zijn gebleven. De geschiedenis van de Oranjes is goedgedocumenteerd, net als die van de oranjevereniging. Dat is nu allemaal samengebracht in het jubileumboek, samengesteld door Hans Kaal.