Placeholder

Habsburgers niet schuldig aan WO I’

Aartshertog Karl van Habsburg vindt niet dat zijn familie de schuld moet krijgen van de Eerste Wereldoorlog, die deze zomer precies 100 jaar geleden uitbrak. Aartshertog Karl, kleinzoon van de laatste keizer van Oostenrijk, zegt dat in een gesprek met verschillende Europese media.

De oorlog brak uit korte tijd nadat op 28 juni 1914 in Sarajevo de Oostenrijk-Hongaarse troonopvolger aartshertog Franz Ferdinand door een Bosnische Serviër was vermoord. De aanslagpleger wilde dat Bosnië bij Servië zou komen. Oostenrijk-Hongarije, een veelvolkerenstaat in het hart van Europa, eiste genoegdoening en stelde hoge eisen aan het als vijandig beschouwde buurland Servië.

Tegelijkertijd begon in landen als Rusland – steunpilaar van Servië – en Duitsland, bondgenoot van Oostenrijk, de oorlogsmachine te draaien. Begin augustus was de oorlog een feit. In 4 jaar tijd verloren 37 miljoen mensen het leven of raakten gewond. "Als je de zaak wil simplificeren, kun je zeggen dat de schietpartij in Sarajevo het startsein van de oorlog was. Maar als die aanslag er niet was geweest, dan was de oorlog 3 weken later ergens anders wel uitgebroken", aldus aartshertog Karl.

Goede aanleiding

Verschillende Europese landen zaten als het ware te wachten op een goed gevecht en de aanslag op de troonopvolger, een neef van de toenmalige keizer Franz Jozef, was een goede aanleiding. "Mijn familie hoeft geen spijt te betuigen voor de tragedie van de Eerste Wereldoorlog, want dat zou betekenen dat we er schuld aan hebben en dat we ons moeten verschonen voor iets", aldus Karl. Hij vindt ook niet dat één land de schuld draagt.

Zijn grootvader keizer Karl, die de tijdens de oorlog overleden Franz Jozef opvolgde, probeerde op eigen houtje en met hulp van familieleden als prins Xavier van Bourbon-Parma (de opa van de prinsen Carlos en Jaime) tot een vredesakkoord te komen.