Koningshuizen kunnen leren van Beatrix

Koningin Beatrix was haar tijd ver vooruit. Dat is vrijdag andermaal gebleken nadat in Luxemburg het rapport van Jeannot Waringo is verschenen.

Waringo onderzocht op verzoek van premier Xavier Bettel het reilen en zeilen van het Luxemburgse hof en trof een vorstelijke puinhoop aan. Veel van zijn aanbevelingen voor transparantie en modernisering lijken op de maatregelen die koningin Beatrix bij haar aantreden veertig jaar geleden al invoerde.

Beatrix betrok haar belangrijkste medewerkers niet uit de adel of naaste vriendenkring, maar leende hoge ambtenaren van Defensie, Buitenlandse Zaken of Binnenlandse Zaken. Die werkten dan enkele jaren aan het hof om vervolgens weer terug te gaan naar hun departementen. Ze waren vervolgens door ‘vers bloed’ vervangen. Van die natuurlijke roulatie was in Luxemburg geen sprake zo constateerde Waringo: in vijf jaar tijd vertrokken 51 van de 110 paleismedewerkers – ook lakeien en huishoudelijk personeel – uit onvrede of ruzie met de groothertogin.

Waringo, een voormalig inspecteur-generaal van Financiën, stelt voor dat de belangrijke functies aan het Luxemburgse hof ook door uitgeleende ambtenaren worden bekleed. Er moet dan wel eerst een goed organisatieschema komen, waarin ieders taken en bevoegdheden duidelijk zijn vastgelegd: precies zoals koningin Beatrix in 1980 al voor ogen stond toen ze haar moeder koningin Juliana opvolgde.

Gouden kooi

Beatrix had ook op ander gebied een vooruitziende blik, zoals uit de recente ontwikkelingen bij de koningshuizen in het Verenigd Koninkrijk en Zweden is gebleken. Zij gaf haar zoons Friso en Constantijn en het kwartet prinselijke neven uit Apeldoorn de ruimte en de mogelijkheid een eigen bestaan op te bouwen, zoveel mogelijk los van de koninklijke gouden kooi. Ook beperkte ze het aantal titels zodat er geen groot reservoir prinsen en prinsessen zou ontstaan.

De Zweedse koning Carl Gustaf besefte vorig jaar dat dit misschien niet zo’n slecht idee was voor zijn kleinkinderen, die allemaal al titels (prins/prinses en hertog/hertogin) hadden gekregen. Koningin Elizabeth en prins Charles gaven na rijp beraad, in feite met het pistool op de borst en met pijn in het hart, aan prins Harry de vrijheid die voor de prinsen Friso en Constantijn al veertig jaar vanzelfsprekend is.

Paus

De Nederlandse monarchie was met tussentijdse troonswisselingen ook lang een buitenbeentje onder de monarchiën. Maar na Luxemburg in 1964 en 2000 volgden na het verwachte aftreden van Beatrix in 2013 ook de koningen van België en Spanje en de emir van Qatar. In Scandinavië en Groot-Brittannië echter is dat nog een brug te ver.