Placeholder

Geen bewijs afscheiden joodse leerlingen van prinsessen’

In het Koninklijk Huis Archief is geen bewijs te vinden voor de stelling dat joodse leerlingen buiten de schoolklassen van de prinsessen Irene en Margriet zijn gehouden. Dat heeft de Rijksvoorlichtingsdienst woensdag laten weten naar aanleiding van een artikel in het Nieuw Israëlitisch Weekblad (NIW). De dienst spreekt van een "pijnlijke suggestie".

In het stuk schrijft historicus en onderzoeker Bart Wallet dat joodse leerlingen van de Nieuwe Baarnsche School, die in 1951 in de klas zouden komen bij de twee prinsessen, door de school in een parallelklas werden geplaatst. Dat gebeurde volgens Wallet niet door toedoen van toenmalig koningin Juliana en prins Bernhard, maar op aandringen van 'een bepaalde kring van Baarnse ingezetenen'.

In het Koninklijk Huis Archief is niets te vinden dat erop wijst dat Juliana en Bernhard op de hoogte waren, meldt de RVD. Bovendien heeft het het Koninklijk Huis Archief ook literatuuronderzoek verricht. Beide onderzoeken hebben geen aanwijzingen opgeleverd die de stelling ondersteunen dat destijds kinderen van joodse afkomst buiten de klassen van de prinsessen zouden zijn gehouden. Maar "een expliciete weerlegging van het gestelde is evenmin aangetroffen". Het Koninklijk Huis Archief wil daarom nader overleggen met Wallet "in een poging meer helderheid te krijgen over de uiterst pijnlijke kwestie".

Koning Willem-Alexander opende in mei de nieuwbouw van De Nieuwe Baarnsche School (NBS) in Baarn (foto). De koning heeft een persoonlijke band met de school. Hij bracht net als zijn twee broers Friso en Constantijn, zijn lagereschooltijd door op de NBS.