Toch hoop voor prins Laurent
22 februari 2019
De Belgische prins Laurent heeft donderdag weer een sprankje hoop gekregen dat hij de 50 miljoen euro schadevergoeding kan innen waartoe een Belgische rechter de Libische overheid al jaren geleden vanwege contractbreuk heeft verplicht.
De Belgische prins Laurent heeft donderdag weer een sprankje hoop gekregen dat hij de 50 miljoen euro schadevergoeding kan innen waartoe een Belgische rechter de Libische overheid al jaren geleden vanwege contractbreuk heeft verplicht.
De hoop van de prins en zijn advocatenteam vloeit voort uit het feit dat premier Charles Michel zich donderdag nadrukkelijk is gaan bemoeien met een aanverwant dossier, dat van de zogenoemde Libische fondsen. Dat is geld – meer dan 10 miljard – dat in maart 2011 op verzoek van de Verenigde Naties door de Belgische staat is geblokkeerd.
Prins Laurent vindt dat de toegekende schadevergoeding maar uit die geblokkeerde tegoeden moet worden betaald. Vorige maand schreef hij een ongekend felle brief aan de premier die hij inzake de invordering in gebreke stelde. De prins zou bovendien worden gediscrimineerd omdat de regering voor een aantal bedrijven wel op de bres was gesprongen.
Vrijgave
Michel ontkende dat vanuit de regering ten behoeve van bedrijven om vrijgave van geld was gevraagd. Maar uit woensdag aan het parlement gestuurde correspondentie van minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders blijkt dat dit wel degelijk is gebeurd, en al in 2012. Toen is ook de rente op de geblokkeerde rekeningen vrijgegeven
De premier heeft nu, zo meldt persbureau Belga, de ministers van Financiën en van Buitenlandse Zaken om opheldering gevraagd. Hij wil alle informatie hebben over de contacten, initiatieven en beslissingen in verband met de vrijgave van Libische fondsen.
Prins Laurent heeft recht op schadevergoeding omdat de Libische staat in 2010 een overeenkomst met zijn Global Sustainable Development Trust voor het planten van bomen langs de Libische kust eenzijdig had opgezegd.