Column Marcvanderlinden

Wat een ergernis!

Prinsjesdag is een van de weinige Staatstradities die we in ons land hebben. De Gouden Koets, de troonrede, het koffertje en de hoedjes: het hoort er allemaal bij. Maar wat heb ik me gisteren zitten ergeren. Niet aan de koningin, hoor. Zij zag er prachtig uit. Evenals prinses Máxima. De kleding van prinses Laurentien is niet mijn smaak, maar ze heeft in elk geval haar eigen stijl. Net als prinses Margriet. Nee, de ergernis betrof de dames politici. Met name de jonge garde maakt van Prinsjesdag een parodie. Met de meest vreemde dingen op hun hoofd, krijgen ze misschien de lachers op hun hand maar ik zal deze dames politiek nooit meer serieus nemen.

Prinsjesdag is een van de weinige Staatstradities die we in ons land hebben. De Gouden Koets, de troonrede, het koffertje en de hoedjes: het hoort er allemaal bij. Maar wat heb ik me gisteren zitten ergeren. Niet aan de koningin, hoor. Zij zag er prachtig uit. Evenals prinses Máxima. De kleding van prinses Laurentien is niet mijn smaak, maar ze heeft in elk geval haar eigen stijl. Net als prinses Margriet.
Nee, de ergernis betrof de dames politici. Met name de jonge garde maakt van Prinsjesdag een parodie. Met de meest vreemde dingen op hun hoofd, krijgen ze misschien de lachers op hun hand maar ik zal deze dames politiek nooit meer serieus nemen.

De meest vreselijke ‘hoed’ was van Chantal Gillard van de PVDA. Ik had nog nooit van haar gehoord en wellicht was het Je Maintiendrai-ding op haar hoofd een manier om eindelijk eens wat aandacht te krijgen. Dat is dus gelukt, maar voor de rest zeg ik: bij de volgende verkiezingen wegstemmen. Ella Vogelaar, minister van Integratie, zag er potsierlijk uit met haar steekachtige hoed. ’Napoleon’ Vogelaar vond het een goede grap, getuige de vele foto’s waar ze breed schaterend op staat, maar ze heeft kennelijk geen benul hoe het met Napoleon is afgelopen. En als haar collega Guusje Ter Horst dacht modieus te zijn met háár hoed, dan heb ik nieuws voor haar: dat was ze niet. Krista van Velzen, van de SP, maakt er al jaren een gewoonte van om met Prinsjesdag een politiek statement op haar hoofd te dragen. Dit jaar keerde ze zich tegen bont, door met een dode rat, of zoiets, op haar hoofd de Ridderzaal in te lopen. Moet een statige bijeenkomst als Prinsjesdag nu niet juist gespeend zijn van dit soort boodschappen? In de Tweede Kamer kan Van Velzen alles zeggen wat ze wil, maar in de Ridderzaal hoort ze tijdens het uitspreken van de Troonrede, letterlijk én figuurlijk, te zwijgen. Minister Jacqueline Cremer zag er tenslotte uit als een overjarige cancan-danseres die in een bak kippenveren was gevallen. Waarom toch? Was er dan echt niemand te vinden die deze dame aan een modieus hoofddeksel kon helpen? En moet de grap het altijd maar winnen van gevoel voor stijl en klasse?

Erica Terpstra vertelde me eens een mooi verhaal. Toen zij staatssecretaris was, ontmoette ze op Prinsjesdag haar collega’s, voordat ze gezamenlijk naar de Ridderzaal zouden gaan. Erica, altijd wel in voor een geintje, had een schaatsmuts van Unox op haar hoofd gezet. Haar collega-bewindslieden keken bedenkelijk naar haar hoofddeksel, maar zeiden niets. Van het hele groepje toch zeer mondige politici durfde NIEMAND het aan om Erica op haar muts aan te spreken. Pas toen ze zelf zei dat het een grap was, de muts van haar hoofd trok en een echte hoed opzette kwamen de reacties. Ik vind dat een verkeerd soort beleefdheid. Kamerleden en ministers zouden hun best moeten doen om er op Prinsjesdag, net als de Koningin en haar familie, perfect uit te zien. En ze zouden collega’s aan moeten spreken die er een carnavals-achtige bende van proberen te maken.