Column Marcvanderlinden

Volgt Beatrix voorbeeld Albert?

Fantastisch dat koning Albert twee interviews heeft gegeven. Eigenlijk zou elke koning of koningin dat na het einde van zijn of haar regeerperiode moeten doen. Het is goed om één keer te horen hoe iemand terugblikt op zo’n periode. De persoonlijke anekdotes, de emoties die er op belangrijke momenten zijn gevoeld en andere weerspiegelingen zijn niet alleen mooi om te horen, maar ook belangrijk voor de geschiedschrijving.

Ik vond het ontroerend om de tachtigjarige Albert in tranen te zien toen hij vertelde over de dood van zijn broer Boudewijn. Zo’n interview laat zien dat koningen ook maar mensen zijn, die soms fouten maken of zouden willen dat ze iets anders hadden gedaan. Albert gaf toe dat hij slecht voorbereid was en hij was zelfs onzeker of hij wel koning moest worden. Hoe jammer ook, ik denk niet dat Beatrix zich zal laten overhalen om in een groot interview terug te blikken op haar leven en haar tijd als koningin. Beatrix keek een beetje terug in haar laatste toespraak aan de vooravond van de troonswisseling. ‘Bij dit alles heb ik het grote geluk gehad mij gesteund te weten door prins Claus. Door zijn nuchtere waarneming en relativerende benadering heeft hij bijzonder veel voor mij betekend. (…) Onze zonen heeft hij jong geleerd een open oog te hebben voor ontwikkelingen in de maatschappij en noden in de wereld. Zo heeft prins Claus ook ons huis dichter bij de tijd gebracht. Wellicht zal de geschiedenis uitwijzen dat de keuze voor deze echtgenoot mijn beste beslissing is geweest.’ Dat waren bijzonder lieve woorden van Beatrix. Maar ik had haar graag gehoord over het moment dat ze hoorde dat ze koningin ging worden, over haar jeugd in Canada en over de pijnlijke kwesties rond de affaires van haar vader. Natuurlijk is het aan Beatrix zelf om te bepalen of zij dat met de rest van de wereld wil delen. Omdat het Koninklijk Huisarchief gesloten is voor de meeste onderzoekers, bepalen de Oranjes helemaal zelf wat er over hun koningen bekend wordt. In andere landen is dat beter geregeld. In Engeland worden na de dood van een koning na enkele jaren vanzelf brieven, documenten en agenda’s openbaar voor onderzoekers. Zo kunnen de biografen alsnog beschrijven hoe iemands koningschap is verlopen. Nadeel is wel dat deze boeken vooral pas voor latere generaties beschikbaar zijn. Maar ik verkies de manier van Albert. Hij deed zelf zijn verhaal, voor de mensen die hem nog als koning hebben meegemaakt.