Column Marcvanderlinden

Verder gaan

In de discussies de afgelopen maanden over de Oranjes is er veel gezegd. Gek genoeg maakte men er vooral in de Tweede Kamer vaak een potje van. Van kamerleden mag je toch verwachten dat ze niet zomaar iets zullen roepen en dat ze goed geïnformeerd zijn. Maar bij de vragen die gesteld werden bleek er soms weinig kennis van koningshuis of staatsinrichting te zijn. Dat leek ook weinig uit te maken, want welke vraag er ook gesteld werd, altijd werd dat weer breed uitgemeten in de media. Opvallend daarbij is dat vooral de niet in koningshuis gespecialiseerde journalisten dan de artikelen schreven en ook daar weer fouten of verkeerde aannames in voor kwamen. Slordig is nog maar een simpel woord om het te omschrijven.

Het zal ten paleize als een nieuw bewijs zijn gezien dat de media ‘maar wat doen’ of misschien zelfs als extra bewijs worden gezien dat er momenteel een campagne wordt gevoerd tegen de kroonprins. Onze toekomstige koning ziet zichzelf, zo hoorde ik uit zeer betrouwbare bron, vooral als slachtoffer van een mediahetze tegen hem. Maar is dat ook echt zo? Bij de kwesties van de afgelopen maanden waren het vooral de politici die ervoor zorgden dat zaken rondom het koningshuis een politieke kwestie werden. En natuurlijk werd daar in de media melding van gemaakt. En dat zorgde voor een sneeuwbaleffect, want als politici in de gaten krijgen waarmee men de media haalt, dan gaan ze op zoek naar andere zaken, om daar ook de publiciteit mee te halen.
Daarbij is het opvallend dat het vaak op de man  – de kroonprins – werd gespeeld. Alsof prinses Máxima niet óók een villa in Mozambique wilde of haar kinderen wat langer mee op vakantie wilde nemen. Inmiddels worden in Den Haag wetten voorbereid die de ‘macht’ van de toekomstige koning wat zullen terugdringen. Er is al door kamerleden gesproken over het aanwijzen van een informateur door de Tweede Kamer. Nu gebeurt dat, na consultatie van de fractievoorzitters, door de koningin. Maar in de plannen die nog goedgekeurd moeten worden, wordt het aanwijzen van een informateur door de Kamer gedaan, die dan vervolgens door de koningin moet worden benoemd. Dat is overigens niks nieuws: onder koningin Juliana is het al eens geprobeerd, maar toen lukte het de Kamer niet om overeenstemming te bereiken. Veel omvangrijker is de wens van sommige kamerleden om de nieuwe koning niet langer deel te laten zijn van de regering. Daarvoor is een grondwetswijziging nodig. En om een grondwetswijziging te bekrachten zijn zelfs nieuwe verkiezingen nodig. Voor Willem-Alexander zou dat een grote slag zijn. Hij heeft al vaak aangegeven een inhoudelijk koningschap en niet een louter ceremoniële functie te willen. Maar ik denk dat hij dat desondanks zal gaan meemaken. Ook het koningschap is aan verandering onderhevig. En als eerste koning in meer dan 120 jaar zal hij het, zo verwacht ik althans, gewoon zwaarder krijgen dan de drie vrouwen voor hem. Daar kan hij zelf niets aan doen, maar zijn soms wat koppige gedrag zal hem daarbij niet helpen. Een goed voorbeeld daarvan was het besluit van de prins en de prinses om hun oudste, leerplichtige dochter Amalia wat langer mee op vakantie te nemen naar de Olympische Spelen van Vancouver. Ik begreep heel goed dat ze dat deden. Want het was een unieke kans voor het gezin om zo’n spektakel mee maken. In die paar dagen zou Amalia waarschijnlijk meer opsteken dan in hetzelfde aantal dagen op school. Bovendien zijn het waarschijnlijk de laatste Winterspelen waar Alexander als IOC-lid bij betrokken is en voor zo’n speciale gelegenheid kan een school gewoon uitzondering maken. Maar pr-matig was het niet handig. Er ontstond natuurlijk weer commotie over. Politici reageerden meteen. Ouders die zelf grote moeite hebben hun kinderen van school te krijgen voor een paar dagen extra vakantie reageerden verbijsterd. En weer was er discussie over de vakanties van de kroonprins. En dat is wel het laatste dat onze toekomstige koning momenteel kan gebruiken.