Column Marcvanderlinden

Smet op Veteranendag

Afgelopen week vond weer de jaarlijkse Veteranendag plaats. Koning Willem-Alexander en premier Rutte waren aanwezig bij het defilé, waarbij de mannen en vrouwen die in dienst van Nederland voor ons land hebben gestreden voorbij marcheren. Het is een mooie dag waarbij de door mij zeer bewonderde strijdkrachten, en iedereen die daar ooit bij gediend heeft, in het zonnetje worden gezet. Alleen viel er dit jaar een smet op deze mooie dag.

Bij het defilé was de afgelopen jaren de Morgenstervlag te zien. Deze vlag werd in 1961 met een door koningin Juliana getekend Koninklijk Besluit toegekend aan Westelijk Nieuw-Guinea, dat toen nog deel uitmaakte van ons koninkrijk. De vlag was bedoeld als eerste stap op weg naar zelfbestuur en onafhankelijkheid. Zover kwam het echter niet. Het land, bewoond door Papoea’s van wie er veel in het KNIL (Koninklijk Nederlandsch–Indisch Leger) dienden, werd ingepikt door Indonesië. Daarna kwamen veel van deze voormalige KNIL-militairen met hun gezinnen naar Nederland. Ook zij horen erbij op Veteranendag, want ze hebben destijds gevochten voor koningin en vaderland.

Maar de vlag, die jarenlang te zien is geweest op deze dag, mag ineens niet meer vertoond worden. Naar men zegt na klachten van Indonesië. Iskandar Bwefar uit Zwolle pikte dat niet. Zijn vader werd in Westelijk Nieuw-Guinea geboren, werkte voor de BVD en deed belangrijk inlichtingenwerk voor Nederland. Hij kwam op bevel van koningin Juliana terug naar Nederland en was zelfs te gast bij het huwelijk van Beatrix en Claus in 1966. Hij overleed in 1999. Zijn zoon vond nu dat hij naar Den Haag moest gaan om de Morgenstervlag te laten zien. Dat kwam hem op een zeer hardhandige arrestatie te staan, waarbij de Morgenstervlag hem zelfs door een agente in de mond werd gepropt om hem tot zwijgen te brengen. Een schande naar mijn mening. Op Veteranendag eren we terecht de mensen die hebben gestreden voor onze vrijheid en de vrijheid van anderen. En die vrijheid is óók het tonen van een vlag die onlosmakelijk verbonden is aan de geschiedenis van het Koninkrijk der Nederlanden. Iskandar Bwefar’s vader was bereid om voor koningin en vaderland te sterven en verliet uiteindelijk zelfs zijn geboortegrond uit trouw aan Nederland. Dat zijn zoon voor de eer van zijn vader en Westelijk Nieuw-Guinea opkwam door bij Veteranendag de vlag wel te laten zien, kan ik alleen maar bewonderen. Hij zou applaus moeten krijgen, maar werd in plaats daarvan de mond gesnoerd, nota bene met de Morgenster. Wat een smet op Veteranendag.