Op naar China
3 juni 2015
Het staatsbezoek aan Canada en het daaropvolgende bezoek van de koning en koningin aan de Verenigde Staten heb ik aan me voorbij laten gaan. Een volle agenda hier en het besef dat je toch nooit alles kunt doen, waren de belangrijkste redenen. Verder is het weleens goed om te zien hoe zulke bezoeken in Nederland worden beleefd. Maar dát viel best tegen.
Het feit dat ons koningspaar in twee enorme landen onze belangen vertegenwoordigt, is hier bepaald geen groot nieuws. Meer dan een fotootje in de krant en een kort fragment in het journaal levert het niet op. Toch gebeurt daar veel wat in ons aller belang is. Handelscontracten worden gesloten en nieuwe verdragen opgesteld, om maar wat te noemen. Een staatsbezoek van ons koningspaar levert al snel miljarden op. Komt dat alleen door het koningspaar? Natuurlijk niet. Nederland heeft veel te bieden en dat zou ook zo zijn als we een republiek zouden zijn. Maar in veel delen van de wereld zorgt de komst van een koning en een koningin wel voor extra aandacht. En juist presidenten vinden het vaak extra leuk om koningen en koninginnen te ontvangen. Neem de Chinese president. Hij was hier in maart 2014 en zijn staatsbezoek leverde 1,5 miljard aan contracten voor het Nederlandse bedrijfsleven op. Geen wonder dat de koning meteen ’ja’ moet hebben gezegd toen er vanuit China een uitnodiging kwam om daar op staatsbezoek te komen. Vanuit hofkringen hoorde ik dat Willem-Alexander en Máxima nog dit jaar naar China zullen gaan, in de hoop de zakelijke banden nog meer te versterken. Wellicht wordt het bezoek gecombineerd met een reis naar Maleisië, waarmee Nederland door het drama met de MH17 juist in de afgelopen tijden veel heeft samengewerkt. Een staatsbezoek aan China is niet onomstreden. Het land is geen democratie en de mensenrechten worden er geschonden. Maar als je de Chinese president in Nederland met veel vertoon ontvangt, kun je niet ‘nee’ zeggen als je voor een tegenbezoek wordt gevraagd. En dus gaan ‘we’ naar China. Althans: de koning en koningin zeker. Of ik zelf mee mag, of mee wil, zal ik tegen die tijd wel bezien. Het is prachtig om andere landen te zien, zeker in ‘koninklijk gezelschap’. Maar voor het sluiten van die handelscontracten hebben ze mij niet nodig.