Gaap-an
29 oktober 2014
Deze week volg ik het staatsbezoek van koning Willem-Alexander en koningin Máxima in Japan. Ik heb me erop verheugd, want juist de bezoeken aan een andere monarchie zorgen voor een dubbele dimensie. Naast het feit dat je de koning en koningin drie dagen aan het werk kunt zien en aan het eind van het bezoek even kunt spreken, krijg je ook een unieke kans eens in een andere monarchie rond te kijken. Japan is daarbij bijzonder. Het is de oudste monarchie ter wereld.
Volgens de legende was Jimmu de eerste keizer van Japan. Hij leefde van 711 tot 585 voor Christus en zou dus 126 jaar zijn geworden. Zijn nakomelingen zitten nu, al ruim 2.500 jaar later dus, nog steeds op de troon. Wat een contrast met de Oranjes, die vieren dat ons land 200 jaar een koninkrijk is…
Hoewel de meereizende journalisten bij zo'n staatsbezoek af en toe echt een sprookjeswereld binnenstappen, is het vooral aanpoten geblazen. Uiteraard moeten wij voor aankomst van de koning al helemaal klaar staan, en dat betekent dat we vaak halverwege weer weg moeten om alvast naar de volgende locatie te gaan. Het is rennen, vliegen, opstaan en weer doorgaan, zoals collega Antoin Peeters van RTL Nieuws onlangs zei, daarmee het beroemde liedje van Herman van Veen citerend. Gemiddeld ben je van 's ochtends zeven tot 's avonds negen onderweg en daarna moet iedereen nog foto's bewerken, reportages monteren of, zoals ik, een artikel schrijven. Een snoepreisje ziet er anders uit, naar mijn mening. Daarom was ik blij toen het programma van het bezoek aan Japan binnenkwam. Het is weliswaar een vol programma, maar alles eindigt relatief vroeg in de avond. Dat zal te maken hebben met de leeftijd van de keizer en de keizerin, die allebei tachtig zijn. Het staatsbanket en de receptie zitten er ook al rond half tien 's avonds op en dan kunnen wij terug naar het hotel om (weer) aan het werk te gaan. In Nederland is het dan pas middag, want in Japan is het acht uur later. En dat is dan ook het grootste gevecht: het tijdsverschil. Het kost een paar dagen om aan dat verschil te wennen en tegen die tijd is het staatsbezoek alweer voorbij. Eén troost: de koning en koningin hebben er ook last van. En zij kunnen niet, zoals mijn collega's en ik, af en toe gewoon in het openbaar gapen…