
1.048.576 voorouders
10 mei 2012
Vaste lezers van mijn column weten dat ik regelmatig benaderd word door mensen die menen koninklijke voorouders te hebben. Meestal komen ze met vage feiten (’Ik lijk sprekend op Juliana’) of verhalen die de ronde hebben gedaan in de familie maar waarvoor geen schijntje bewijs is te vinden. En wie het zeer leuke NTR-programma Verborgen Verleden kijkt, weet dat ook de meeste BN’ers bij hun speurtocht naar hun voorouders hopen op koninklijke of op zijn minst adellijke connecties. Afgelopen weekend las ik het boek Hoog Geboren van Ileen Montijn, onlangs verschenen bij uitgeverij Contact. Ik heb me goed vermaakt met dit boek over de Nederlandse adel, want het bevat veel leuke feiten en soms zelfs ronduit smeuïge verhalen over onze aristocratie. Een boek over hoogmoed en deemoed, familiegevoel en vaderlandsliefde, glamour en zwarte schapen, zo beschrijft de uitgeverij dit zeer vermakelijke boek van Montijn. Ze beschrijft wat het betekent om ’hoog geboren’ te zijn: de tradities, de clichés, maar ook de gemengde gevoelens die daarmee gepaard gaan. Ronduit bizar vond ik het rekensommetje die Montijn in het boek maakt.
Ze stelt dat het onmogelijk is om iemands hele stamboom na te trekken en daardoor de namen van alle voorouders te kennen. Want dat zijn er gewoonweg veel te veel. Immers, bij elke generatie gaat het aantal voorouders maal twee. Iedereen heeft twee ouders, vier grootouders, acht overgrootouders en ga zo maar door. Daardoor lopen de getallen al heel snel op. Gemiddeld ontstaat er elke 25 jaar een nieuwe generatie en wie dus tien generaties terug gaat moet dan 1.024 voorouders opsporen. Twintig generaties terug gaan – zo’n 500 jaar – betekent een nog duizelingwekkender getal: dan heeft iedereen meer dan een miljoen voorouders! Toen ik het las, geloofde ik het eerst niet, maar met een simpel rekensommetje kom ik uit op 1.048.576 voorouders. Grote kans, denkt u dan, dat daar iemand met blauw bloed tussen zit. Aan één kant klopt die gedachtegang, maar daar staat tegenover dat iedereen vooral in eigen kring en omgeving trouwde. Men trouwde op gelijke stand en meestal niet met iemand die ver uit de buurt woonde. Onder die ruim een miljoen voorouders van iedereen vanaf vijfhonderd jaar geleden zitten dus heel veel mensen die er dubbel in voorkomen of familie van elkaar zijn. En zo is het dus ook bij de adel en de royals. Buiten de eigen kring trouwde men in de vorige eeuwen nauwelijks. Het was eigenlijk een grote, onschuldige vorm van inteelt. Maar ik vind het tegelijkertijd ook wel een leuke gedachte dat we, als we maar lang genoeg zoeken, een link vinden waardoor we allemaal familie van elkaar zijn. Want onder mijn 1.048.576 voorouders moeten toch echt ook voorouders van u allemaal zitten. Tijd voor een familiereünie met het hele land!