Placeholder

Máxima gaat kijken bij maïsboeren

Koningin Máxima heeft vanmorgen in één moeite haar reeks buitenlandse bezoeken voortgezet op Sumatra. Na het flitsbezoek met Willem-Alexander aan China en het korte verblijf in Pyeongchang voor de Olympische Winterspelen ging Máxima na een kort nachtje slapen aan de slag in Indonesië.

Ze had bij haar vorige bezoek in augustus 2016 de wens geuit meer te zien van het uitgestrekte land en ook meer eilanden te bezoeken dan Java, met de metropool Jakarta. Daar was toen geen tijd voor, maar maandag werd op bescheiden wijze gehoor gegeven aan haar verlangen. Vanuit Jakarta vloog de koningin naar de overkant van de Straat van Soenda om op Sumatra de provincie Lumpung te bezoeken.

Dat is niet echt het 'andere' Indonesië, daarvoor zou Máxima langer moeten vliegen dan een half uurtje. Maar de provincie bood haar wel wat voor haar VN-werk belangrijk is: een andere kijk op de papieren werkelijkheid. De zogenoemde veldbezoeken bieden de kans de mensen te ontmoeten voor wie de koningin zich als speciaal pleitbezorger van de Verenigde Naties inzet. Plattelandsbevolking die ook toegang tot financiële diensten behoeft om vooruit te komen.

Máxima kreeg een saillant voorbeeld te zien en te horen bij een visite aan kleinschalige maïsboeren, en de 'fabriek' waar maïskorrels worden gedroogd. Betaling via mobiel bankieren – de telefoon – bleek niet mogelijk en dat betekende een schadepost, want er was niet altijd voldoende cash in de tas om van iedereen de oogst te kopen of gewoon betalingen te doen. En dat terwijl mobiel bankieren juist de mogelijkheid is om snel en efficiënt en doorgaans ook veilig geld te versturen en te betalen.

Met de boodschap dat op dat gebied snel iets moeten veranderen gaat de koningin morgen onder andere naar de Indonesische president, de gouverneur van de centrale bank en de minister van Financiën. Indonesië wil dat volgend jaar 75 procent van de volwassen bevolking toegang heeft tot financiële diensten, maar dan moeten de maïsboeren en handelaren in Lumpung ook in staat worden gesteld cashloos te werken.