Placeholder

Delphine Boël steeds dichter bij erkenning Albert

De Belgische koning-emeritus Albert II kan met een royaal gebaar een einde maken aan een al jaren sluimerende en voor hem en het koningshuis pijnlijke affaire. Niemand die er aan twijfelt dat Delphine Boël zijn dochter is. Alleen wil Albert dat niet publiekelijk toegeven en moet Delphine de erkenning via de rechter afdwingen. Dat ze daarin slaagt, lijkt vrij zeker.

Delphine Boël heeft woensdag al een eerste overwinning geboekt op de tegenstribbelende koning. Om namelijk aan te tonen dat Albert haar vader is, moet ze eerst overtuigend weerleggen dat de man wiens naam ze draagt – Jacques Boël – níet haar vader is. Vraag was of de termijn waarin ze zijn vaderschap in twijfel kon stellen niet was verstreken, maar uiteindelijk besliste het Grondwettelijk hof dat dit niet het geval was.

Jacques Boël werkt zonder meer mee aan het bewijs dat hij niet Delphine's biologische vader is. Hij heeft daarvoor al DNA afgestaan. Die vaststelling – de eerste vervolgstap die moet worden genomen – is derhalve eenvoudig. Daarna volgt de tweede fase.

Brieven en foto's

Delphine beschikt over veel materiaal – brieven, foto's en dergelijke – waaruit de band met Albert duidelijk blijkt. Hij schreef haar moeder over 'onze dochter' en 'onze Delphine'. Als dat voor de rechtbank niet voldoende bewijs is, kan de in 2013 teruggetreden koning om een DNA-staal worden verzocht. Albert mag weigeren, maar dat zal door de rechtbank worden uitgelegd als een bekentenis.

Koning Filip heeft eerder al bij zijn vader aangedrongen op een gebaar naar Delphine, die in 1968 werd geboren uit de jarenlange relatie van (toen nog) prins Albert met barones Sybille de Selys Longchamps. Die verhouding duurde van 1966 tot 1982 en Albert heeft zelfs op het punt gestaan om te scheiden van zijn vrouw Paola om zich bij Sybille en Delphine te voegen.

Albert onderhield jarenlang contact met Delphine, maar brak dat af toen in 1999 haar bestaan werd onthuld in een biografie over Paola.